Een sollicitatiegesprek is veel meer dan een ontspannende kennismakingsbabbel. Het is jouw moment om te bewijzen dat jij de witte raaf bent.
Spreek zonder woorden:
DO: straal zelfzekerheid uit via je lichaam. Recht je schouders, zoek oogcontact, maak beheerste bewegingen en geef een stevige handdruk.
DON’T : wiebel niet nerveus heen en weer wanneer je netelige vragen krijgt voorgeschoteld. Zit niet met je handen aan je gezicht of ga niet onderuit gezakt hangen.
Doe niet te hard je best:
DO: wees gereserveerd, maar kordaat. Laat de interviewer komen en antwoord telkens gezwind en zelfbeheerst.
DON’T: hou je ver van opschepperij, zelfgenoegzaamheid en tracht de rekruteerder niet te overtroeven.
Zet in de verf wat echt nodig is:
DO: breng die dingen naar voren die in de jobomschrijving staan vermeld. Correleer ze met de ervaring die je zelf al hebt opgedaan.
DON’T: dingen waar je niet de nadruk moet opleggen zijn bijvoorbeeld ‘gaten’ in je cv. Ga hier enkel op in wanneer de interviewer er expliciet naarvraagt. Wees wel voorbereid. Zorg dat je een consistent verhaal hebt.
Luister (actief):
DO: doe aan actief luisteren. Dat wil zeggen dat je ook effectief hoort wat wordt gezegd en daarop anticipeert. Herhaal (regelmatig) wat de rekruteerder heeft gezegd. Zo leg je de nadruk op die luistervaardigheid.
DON’T: probeer niet om telkens de aandacht weer bij je vaardigheden of cv te brengen. Durf ook even op een zijspoor te gaan om zo het gesprek een atypische twist te geven.
Wees authentiek:
DO: toon wie je bent. Blijf jezelf. Ook wanneer de andere partij misschien wat ongemakkelijk of vreemd overkomt. Belicht indien nodig ook de mindere momenten van je carrière. Ben je zopas ontslagen? Leg dit dan even uit waarom.
DON’T: wees niet wie je niet kan zijn. Overdrijf je kwaliteiten en vaardigheden niet en verzin geen kwaliteiten die je eigenlijk niet hebt.
Respecteer je professionele verleden:
DO: heb je wat geleerd van je vorige baas en/of collega’s? Geef dat dan gerust mee tijdens je gesprek. Er is niets mis mee om fier op je werk te zijn, ook al ben je nu op zoek naar een andere job.
DON’T: hou je ver van vuilbekkerij over je ex-baas en/of ex-collega’s. Ook al heb je er misschien geen hoge hoed van op. De rekruteerder zou hierdoor immers kunnen gaan twijfelen aan je loyauteit en betrouwbaarheid.
Vragen staat vrij:
DO: geef heldere antwoorden op de vragen die je worden gesteld. De interviewer wil je immers enkel beter leren kennen. Zowel als persoon en als professional.
DON’T: laat vragen die polsen naar je geaardheid, religie, politieke strekking en dies meer in het midden. Het is echter niet dat je ze per se bot moet afketsen. Breng met de nodige diplomatie aan dat je het daar liever niet over hebt.
Pascal Dewulf